Tot voor kort kende ik hop enkel van horen zeggen, hop wordt gebruikt om bier te brouwen, verder ging mijn kennis niet. Ik wist niet eens hoe de plant eruit zag, had nooit gedacht dat ik hier over hop zou gaan schrijven. Enkele jaren geleden, toen ik op weg was naar Parijs, ontdekte ik de hopvelden in de Westhoek. Zoals de maïsvelden in de Kempen staat daar de hopvelden met planten die tot 4 a 5 meter hoog groeien.
De botanische naam is Humulus lupulus L. , Humulus zou mogelijk verwijzen naar naar ”humus” of rijke grond waar de plant groeit. Lupulus betekent wolf omdat de groeiwijze van de plant lijkt op een wolf die zijn prooi omstrengeld. “Hop” komt van het Germaanse en Angelsaksische woord “hoppan” dat klimmen betekent. In het Engels spreken we over “hops”, in Frankrijk gaat het over Houblon en de duitsers noemen het Hopfen. In de volksmond heeft men het over Hommel en Wiensels.
Hop behoort tot de Hennepfamilie en plant stamt oorspronkelijk uit Oost-Europa. Het is een snel groeiende klimplant, groeit tegen heggen, schuttingen en kreupelhout. We vinden hop tegenwoordig terug Europa, Azië en Noord-Amerika.
Hop houdt van schaduw tot zonnige, vruchtbare en goed doorlatende zandachtige leemgrond. Het is een overblijvende snelgroeiende plant waarvan in de winter het bovenste gedeelte afsterft. Hop kan gemakkelijk gekweekt worden.
In de lente groeien uit de vertakte wortelstok knobbelige ruwe stengels die zich met ankervormige ranken vasthechten aan twijgen, takken en afrasteringen. De bladeren zijn langgesteeld en staan kruiswijs, zijn diep gelobd en handvormig met een scherp getande bladrand, vergelijkbaar met de wingerd.
Mannelijke en vrouwelijke bloemen groeien aan verschillende planten. De vrouwelijke bloemen vormen eivormige vruchtkegels. Via de microscoop kan je perfekt de kleinkorrelige klieren zien, deze bevaten hopbitterstoffen, welke het bier een aangename bittere smaakt geven.
De plant wordt al eeuwen de cultiveerd. Volgens Plinus de Oudere werd hop geplant in Romeinse tuinen. De Romeinen aten de jonge scheuten als groente. Duitse monniken teelden hop al in de 9e eeuw en gebruikten het voor de slaapbevorderende, kalmerende en libidoverlagende werking. Hildegard von Bingen zei dat de Hop treurig en melancholiek stemt.
In de 13e eeuw kreeg hop bekendheid in de Nederlanden doordat monniken het aan bier toevoegden. In eerste instantie moesten bierdrinkers wennen aan de bittere smaak, maar door de conserverende kwaliteiten van hop gaven zij toch de voorkeur aan hop.
Op basis van de medicinale eigenschappen van hop, beschouwde Gerard bier eerder als medicijn dan als dorstlesser. Culpeper daarentegen raadde hop aan bij geelzucht, lever- en maagaandoeningen, hoofdpijn en huidinfecties, vooral als bloedzuivering.
De kalmerende en slaapbevorderende eigenschappen werden vooral vastgesteld door de hopplukkers die delen van de hopplant van de hand naar de mond brachten of die de etherische oliën inademden.
Alfred Vogel raadde hopthee aan bij seksuele overprikkeling, en in combinatie met citroenmelisse, als slaapbevorderend middel
Hop heeft een typerende, onaangename geur, die wijst op een werking via het zenuwstelsel. De gele kleur van de vruchtkegels wijst op een werking op de spijsvertering.
Inhoudsstoffen
- Hars met lupulon en humulon
- Etherische olie
- Tanninen
- Phyto-oestrogenen, deze binden oestrogene receptoren in de cellen, maar hebben slechts een milde oestrogeenachtige werking
- Bitterstoffen
- Organische zuren (Valeriaanzuur, Mierenzuur)
- Lupuline (een krachtig kalmerend middel)
Werking – Zenuwstelsel
- bestrijden van slapeloosheid
- het verminderen van angst
- Door spanning veroorzaakte hoofdpijn en nerveuze indigestie
- Examenangst
- Lichte depressies
- Kinderen met schoolproblemen.
Werking – Overig
- antiseptisch voor de behandeling van zweren
- menstruatiebevorderend
- positieve invloed op de geslachtsorganen, urinewegen en de spijsvertering
- Jonge scheuten van de plant kunnen gegeten worden.
- Hop wordt gebruikt in shampoos en als verfstof voor een gele tot diepbruine kleur.
De vrouwelijke hopbellen worden verzameld in augustus-september en worden in de schaduw gedroogd. De gedroogde Hopbellen “Strobuli lupili” worden uitgeklopt, voor het stuifmeel, het is een goudgeel poeder met een kruidig aroma en een bittere smaak. Lupuline wordt verzameld door verse bellen te kneuzen en te zeven. Hop is goed te combineren met andere kruiden en versterkt de werking ervan. In België is de teelt van mannelijke hopplanten bij de wet verboden, want de aanwezigheid van zaad is ongewenst, zaad geeft het bier een verkeerde smaak.
Gebruik hop niet bij depressies, omdat deze door hop kunnen worden versterkt. Hop kan ook het libido van de man verminderen. Het komt heel soms voor dat mannelijke hopplukkers borstvorming krijgen (gynecomastia) door onder invloed van de in Hop aanwezige phyto-oestrogenen. Sommige mensen krijgen een contactallergie als ze in aanraking komen met Hopbellen.
Enkele goede combinaties
- Gaat goed samen bij slapeloosheid en nervorsiteit met Valeriaan en Passiebloem.
- Met Valeriaan officinalis en Melissa officinalis bij slapeloosheid door nervositeit, inslaapproblemen, onrust
- Met Valeriaan officinalis, Melissa officinalis en Passiflora incarnata bij slapeloosheid, onrust
- Met Sintjanskruid Hypericum perforatum bij depressiviteit met onrust
- Met Foeniculum vulgare (venkel) by nerveuze buikklachten, buikpijn, buik en darmklachten
Gebruik
- Een kussen gevuld met gedroogde hop brengt slaap en rust.
- Moedertinctuur, als slaapinductie: 40 druppels voor het slapen gaan
- Hopomslag: 5 gr hopbellen, 5 min laten koken, 15 tot 20 minuten laten trekken en gebruik bij zenuwpijnen
- Hopwijn: hopbellen overgieten met warme wijn
Bron:
- www.Plantaardigheden.nl
- Groot Handboek Geneeskrachtige kruiden, 4e druk, Geert Verhelst